Prixels van Gio Buschman “Sinterklaas”

Prixels 22 Sinterklaas

Het liep tegen Sinterklaas. Onze oudste – 11 jaar – wilde geen poppen meer maar een heuse gitaar. Gezien onze financiële middelen een niet geringe uitdaging. Stad en land fietste ik af, speurend naar een aanbieding. Eindelijk vond ik hem. Het heerlijk avondje brak aan. Voor de gelegenheid was ook oom Ton gekomen, die mooi gitaar kon spelen. Na de gebruikelijke liedjes droeg ik de wasmand vol pakjes naar binnen waar iedereen in spanning afwachtte. Te midden van de berg cadeaus in Sinterklaaspapier was de gitaar duidelijk zichtbaar en onze dochter kon niet langer wachten. Wild scheurde ze het papier los en barstte in tranen uit toen ze haar vurig gewenste cadeau omhoog hield. “Mijn gitaar!” snikte ze. Ze nam het instrument ter hand en sloeg de snaren aan voor een eerste akkoord. Dat klonk echter vreemd en ook aan haar houding was iets niet gewoon. Ik zag Ton verbleken terwijl hij stamelde: “Je moet ‘m anders vasthouden”. Nu pas werd mij het probleem duidelijk: onze dochter is links en de snaren zaten dus “verkeerd”. Pogingen haar de gitaar andersom te laten bespelen lukten eenvoudig niet en ook het bijgeleverde boekje vol vrolijke wijsjes voor de beginnende muzikant was “onleesbaar”. Er zat niets anders op dan de snaren omgekeerd op te spannen. Maar ondanks het “omdenken” van het notenschrift en inspanningen van oom Ton verliepen de muzieklessen moeizaam en stond de gitaar steeds vaker stil in een hoekje.

Crisis of niet, wij zijn zo rijk, het lijkt het hele jaar wel Sinterklaas, wij kunnen ons allerlei moois het hele jaar door aanschaffen, fotoapparatuur bijvoorbeeld. In advertenties in huis – aan – huis – bladen en in glossy magazines wordt ons het hele jaar door een stortvloed aan moois aangeboden: steeds mooier, krachtiger, sneller en veelzijdiger. Maar maken al die gadgets – ondersteund door testrapporten – hun beloften wel waar? En: is dit wat je nodig hebt, bij je past, iets toevoegt aan je mogelijkheden en vooral: je plezier? De enige manier om dat te achterhalen is vooral: het eerst zelf grondig uitproberen, met geleend apparatuur, te huur of op proef. Gezien de prijs en de felle concurrentie geen onredelijke eis. Want alleen erin geloven, zoals in Sinterklaas, dat is niet genoeg.

Gio

Prixels van Gio Buschman: Locatie

Prixels nr 19

Locatie

 

Wat de mens ooit heeft gemaakt en  weer verlaten kan een bron van inspiratie zijn voor de fotograaf.  Hij* heeft zijn* stempel gedrukt op moeder Aarde: overal zie je zijn scheppingen of wat er van rest: fabrieken en huizen, kantoren, vervoermiddelen en een stortvloed aan spullen: spookhuizen vol sporen, weggegooid als oude schoenen. Herinneringen aan een wereld waarin niemand – een enkele romanticus daargelaten – nog wil of kan leven.  Gedoemd om in te storten, te vergaan. Tenzij je er de schoonheid van ziet. Menig fotograaf wordt er lyrisch van en zet die stoffige oorden graag om in pixels, papier en inkt. Verlaten plekken met die typische sfeer, voor het scheppen van je eigen wereld, als decor of werkplaats: die je naar je hand kunt zetten met je lichtbronnen, figuranten, rekwisieten, je eigen ( schijn-) wereld. Waarin je toelaat wat je uitkomt, en weg laat wat niet, jouw gedachten en gevoelens, jouw visie en tijdsbeeld, van wat je bezig houdt, lief hebt, bewondert, verafschuwt, verlangt, bang maakt of boos…Zo’n werkplek waarin de ware kunstenaar – fotograaf in je eindelijk letterlijk de ruimte krijgt… ?

De praktijk. Na een tip van Miep rij ik naar het  fabrieksgebouw, een stukje “vaderlandse trots”. Het staat er vervallen bij: kapotte ramen waardoor dorre berkentakken groeien, lekkende goten, deuren dichtgespijkerd, alleen een vaag naambordje, binnen klinken  mannenstemmen. Ik vind een deur die toegang geeft tot een hal vol spullen. Er staan drie oudere buikige mannen rond een pallet. Het gesprek valt stil, ik word gemonsterd of ik van de FIOD ben: “Waar ben-de gij van?” Ik leg uit dat ik foto’s wil maken van deze historische werkplek. “Nou, dan ben-de mooi te laat” zegt een van hen, “alles is weg, naar de sloop; in China daar maken die alles veul goeiekoper ; het groot geld, he?” “As ge eens wist wat mooi bikini’s hier werden gemaakt”, zegt de ander. “Ach Jan”, zegt de derde, “tegeswoordig lopen toch alle vrouwen gewoon in d’r nakie, en da wil-de gij toch ook?”    De mannen schateren het uit…

GIO                                                                                     * m/v

Gio Buschman – Prixels nr 18 – AV-presentaties

Prixels nr 18 – AV-presentaties

Een koppeling van beeld en geluid, een verbinding, maar volgens sommigen ook een gedrocht. Want:  kun je aan beide recht doen zonder dat het een ten koste gaat van het andere ? Heeft dit  verstandshuwelijk tussen twee  muzen  gevoelsmatig en creatief meerwaarde? Het AV-gebeuren hinkt nog vaak op verschillende visies en doelstellingen . Verder toont het in de uitwerking vaak een sterke en een minder sterke kant: of  die van het beeld of die van het geluid.

En niet altijd het beoogde  harmonieus  geheel dat er zowel goed uitziet als nauw luistert. Uit het ontbreken van een duidelijke ontwikkeling, de aarzeling om normen te stellen en de zeer verschillende uitwerkingen blijkt het:  het  ongemakkelijke gevoel dat velen nog hebben bij werken aan beamershows,   AV-presentaties, of hoe ze ook heten.

De keuze van  onderwerpen laat grote verschillen  zien, de duur, het gebruik van voice – over en van teksten in het beeld, van videofragmenten  en van special effects. Het toont aan hoe groot de worsteling soms is om met dit fenomeen geloofwaardig en met plezier te werken. Met als wisselend resultaat : een voorkeur voor ingedikte reisverslagen, stokpaardjes zoals natuuropnamen en belerende documenten rondom een maatschappelijk fenomeen.

Dat alles gelardeerd met  niet altijd gelukkig gekozen muziek afkomstig uit de  cd – verzameling ( “The best of..”) van de fotograaf – annex –  geluidsman. Het voelt soms als de gevreesde dia-avondjes van weleer. Hoe kan het dan wel? Wellicht is dit iets : kijk en luister eens naar de reclames op tv: de creativiteit, het “plot” en het raffinement van hun “boodschap”, zij het dan  om een heel  andere  redenen en niet altijd echt geslaagd, maar toch…

Dus clubgenoten: doe de gordijnen dicht, benen op de salontafel, kopje koffie, koekje, nootje, kratje, bitterballetje en: zappen maar langs die commerciële beelden en muziek. Een bron van inspiratie, al ben je het met de inhoud niet eens.  Want een ding is zeker:   daar is  ( meestal )  goed over nagedacht……

GIO

 

Prixels van Gio Buschman

Prixels  17

Spreker

 

Bij  een spreker rijst het beeld op van iemand “die het beter weet” , een deskundige, die mooi ,  uniek en perfect werk kan laten zien.  Die  een naam heeft  en goede raad geven kan. Een beetje  zoals pastoor vroeger : hij (s)preekt, wij luisteren.  Maar dan  wat aangenamer,      als een cabaretier:   speels, gedurfd, origineel.  Putten wij dan  niet genoeg inspiratie uit fotoboeken?  Waarvoor hebben we een spreker nodig? Vreemde ogen die dwingen?  Liever een aaibare persoon  waarmee je direct contact hebt ?  Pas op: als je niet uitkijkt haal  je  een narcist – pur – sang in huis  die geroutineerd zijn stokpaardjes berijdt , mekkert over zijn moeilijke jeugd en verbroken relaties en  vol is van zijn vele successen, alleen  door keihard werken bereikt natuurlijk. Die zijn werk lardeert met bevlogen theorieën en visies, overal contacten heeft, ons- kent- ons bij bobo’s en in jurykringen,  zijn  kwaliteiten bevestigd ziet in talloze prijzen en snoepreisjes, die overal gezien is.  Want succes vermenigvuldigt zichzelf en erotiseert.  Soms is hij  ook over de houdbaarheidsdatum heen,  teert hij op oude successen. Dat gaat  gauw tegenstaan en je hebt er niets aan. Hij laat je je  vergapen aan zijn perfecte  fotowerk, maar : kun je er ook iets van leren ?   Hoe  ziet  de ideale  spreker er dan uit ?  Allereerst: hij praat weinig en toont veel, heel veel werk. Woorden verdampen, maar zijn  beelden, die blijven op je netvlies staan. En : hij heeft divers werk, waardoor de kans bestaat dat hij qua stijl en inhoud aansluit bij zoveel mogelijk toehoorders. Dat vermindert de kans dat ze afhaken. Verder : hij luistert goed, laat je zelf dingen uitzoeken en proberen, en geeft concrete tips hoe het  beter/anders kan, waarmee je verder kunt. Is zo’n goede spreker wel voorhanden ?  Zeker, maar ze zijn zeldzaam. Er is  een  alternatief:  kijk eens rond in je eigen club of andere clubs. Die minder opvallende clubleden, bij wiens werk je het langst blijft stilstaan. Wiens werk  je het langst is bij gebleven. Die zijn het. En nog iets:  duur zijn ze meestal niet…

GIO

 

Prixels nr 14 – Logistiek

Wij zijn een volkje van handelslui. Vanuit onze havens waaieren enorme stromen goederen met miljoenen tonnen tegelijk uit over ons continent, per schip, via het spoor en  over  de weg. Economisch Europa kent geen grenzen meer, afstand is geen punt. Transport en Logistiek Nederland verzet het, als bulk of in containers. Ladingen – sinaasappels of pc’s, het maakt niet uit – verwisselen onderweg van Rotterdam  naar Oostenrijk en van Spanje naar Vlissingen voortdurend van eigenaar. Magazijnen zijn te duur, ze rijden de weg van de vraag, de consument,  aangesleept vanuit alle hoeken van de wereld . De vervoerders spreken hun talen en kennen de (bar-)codes.

Dat geldt ook een beetje voor de productieve fotograaf.  Wie  grote hoeveelheden produceert kan gemakkelijk verdwalen op het digitale wegennet en kostbare handel kwijtraken door ondoordacht opslaan. Dat vergt duidelijke keuzes bij het opbergen en sorteren van je spullen te midden van de overige  bulk, van belastingaangiften tot films en van werkschema’s tot  spelletjes.

Hoe benoem je en rangschik je je bestanden: met  cameranummers, onderwerp, datum , plaats ,   presentatievorm, of zoiets als “belangrijkheid”?   Al dat opslaan heeft bovendien een nare bijwerking: je moet het keer op keer opnieuw “verpakken”, steeds kleiner, totdat het niet meer om aan te zien is. Bovendien wil ook digitaal spul nog wel eens beschadigd raken of zoek door falende apparatuur of onhandigheid van de beginnende transporteur.

De mogelijkheden van opslag mogen dan een stuk klantvriendelijker geworden zijn, pech en  ongelukken in het digitale verkeer zijn niet uit te sluiten en de regels  niet altijd duidelijk, soms ronduit misdadig . Waar blijft je materiaal, wie is eigenaar, kan ermee handelen en het vertimmeren als je het aan YouTube of Facebook toevertrouwt ? Voor je het weet is het weg, naar de andere kant van de wereld..

Hoe dan ook: hou aansturing ( programma’s) en inhoud ( bestanden) uit elkaar. Ben je als je crasht niet alles kwijt. Weet de weg, hou het overige verkeer in de gaten en ken de codes. Dan komt je kostbare fotomateriaal altijd aan.

GIO

Prixels nr 13 – Kunstmarkt

Je kunt je fotowerk natuurlijk opslaan als goede herinnering aan dat moment of die bewerking, digitaal of geprint, afhankelijk van kastruimte. Om er af en toe in te bladeren, voor je eigen gerief. Of: verkopen op een kunstmarkt. Kun je er een leuk bedrag voor vangen en je fotowerk ook een beetje promoten. Hoe gaat zoiets in z’n werk? Je meldt je aan bij het organiserende comite in : Venray, Ravenstein, Thorn of ander stadje dat zich graag op de kaart zet met een jaarlijks hoogtepunt van cultuur, of wat er voor doorgaat. Je mailt wat werk door en betaalt zo’n 40 euro en gaat op de geplande zondag op weg met je pronkstukken.

Aangekomen etaleer je je kunstwerken onder het hevig wapperende dekzeil van je kraam, naast de toiletwagen. Andere kunstenaars, herkenbaar aan baarden of knotten, en hun kleurige en zwierige kledij, hebben divers werk uitgestald van boedda’s tot breiwerk. Zij staan de langs schuifelende bezoekers glimlachend te woord. De prijzen varieren van 20 tot 1200 euro, “contant graag”.

Er zijn ambachtslieden die laten zien hoe je nog een echte mand vlecht. De plaatselijke ehbo staat wat lacherig, maar alert, rondom de gamel met koffie. Een bejaard stel in “authentieke” kledij brengt Franse evergreens ten gehore met accordeon en zang; hun beperkte repertoire en twijfelachtige act begint al gauw tegen te staan. Dorstige bezoekers hebben zich verschanst op de omliggende terrassen. Een band van mensen met een handicap brengt vrolijke muziek : horen en zien vergaan. Het publiek schuifelt langs, morsend met friet, ijs en bier en bekijkt met verbaasde blik je zorgvuldig uitgestalde fotowerk. Leuk, al die mensen die speciaal voor jou zijn gekomen!

Maar kopen: ho maar. Spreekt het ze niet aan? En wat moet je vragen: bij lage prijzen wordt je niet serieus genomen, bij hoge prijzen houden ze hun hand krachtig op de portemonnee. Een negatief saldo en lichte frustratie liggen als krolse katers op de loer. Neem van mij aan: blijf thuis, koester je creaties. Heb je nog geluk dat de voortdurend dreigende wolken hun last die zondagmiddag elders hebben uitgestort. Maar misschien was het daar ook toevallig kunstmarkt…

GIO

Prixels nr. 12 RAW van Gio Buschman

Prixels nr. 12

Ra(u)w

 

Hoewel je “RAW” niet kunt vertalen in “rauw” zijn er toch overeenkomsten  met de fotografie: “onbewerkt” . De camera slaat in RAW alle gegevens en bewerkingen op, terwijl hij in JPEG het “eindproduct”  vereenvoudigt/verkleint en vastlegt  in  de “smaak” van de  camera en de instellingen van de fotograaf. Inclusief missers.  De rest wordt weggegooid, voorgoed. Je ziet het uiteindelijk pas op je scherm. Zo beschouwd is  fotograferen net koken. Je verzamelt alle ingredienten aan de hand van je ervaring, smaak en andere overwegingen en het keukengeweld kan beginnen: het  hakselen en snipperen, mixen en toevoegen, blancheren, wokken of bakken, afwerken en decoreren. Een gerecht dat van alles bevat of  slechts enkele bestanddelen, en dat  Italiaans of  Japans smaakt.  Het is maar wat je wilt: een simpel eenpansgerecht tot culinair hoogstandje . Of je beoogde  eindproduct smaakt valt dan te bezien cq te proeven. Te veel citroensap toegevoegd of paprika? Te lang op het vuur laten staan? Te weinig vlees of vis?  En het overtollige verdwenen  in de kliko?  Jammer.  Ben je niet zo’n keukenprins of -prinses en laat je je kookkunst bepalen door wat er op het pakje staat of wat je  uit de diepvries haalt? Dan kun je nog wel iets behoorlijks op tafel zetten, maar :  het is toch  niet helemaal jouw smaak ( maar die van meneer Jumbo) en aanpassen niet meer  mogelijk. Zo is het maken van beelden die er heel netjes uitzien niet op voorhand teleurstellend. Want wat kan die veel, die digitale meester-kok in je camera.   En verleidelijk makkelijk: een druk op de ontspanner en het resultaat ziet er op het eerste gezicht fraai uit. Maar  je kunt helaas niet  ( meer) beschikken over de oorspronkelijke ingrediënten , eventuele  fouten herstellen. Inclusief het hele kleurenpalet, en een bijna oneindige  keur aan bewerkingen, jouw smaak, uniek,  en niet  “vastgelegd” door Mr Fuji en zijn keukenhulpen. Het kost iets meer ruimte ( kaartje ), maar de huidige capaciteit  daarvan is enorm. Dus: waarom niet “standaard” aangezet die RAW-instelling en:  laat je zelf en anderen verbazen  hoe je daarmee  op je pc er veel meer van  “bakt”.

GIO

Prixels van Gio Buschman nr. 10 DIA

Prixels  nr 10

                                              Dia

Generaties foto- en vooral dialiefhebbers hebben zich met name in de donkere winteravonden vermaakt met het unieke medium van het doorkijkfotootje, inclusief hun familieleden die op de gevreesde dia-avondjes werden getrakteerd.  Maar hoewel de dia  nooit de omvang en het aanzien van de foto heeft gekend, kunnen oudere fotoliefhebbers nog lyrisch worden over de kwaliteit van het simpele in plastic gevatte beeldje.  Het lichtgevoelige materiaal bestond uit   chemische stoffen in een zodanig ragfijne emulsie dat de  beeldkwaliteit “omgerekend” die van de tegenwoordige 30 mp  benaderde. Kom daar eens om bij de huidige digitale.  Het beeldje werd  – beschenen door een felle gloeilamp –  levensgroot   getoond op een  scherm : dat fraaie landschap, de eerste stapjes van de jongste of  een serie  paddestoelen  ( sorry: paddenstoelen)  of zonsondergangen. Dat was smullen voor de liefhebber van fraaie plaatjes. Naast dit huiselijk vertier en onderwijsdoeleinden ( met de  “carrousel” ) was de dia populair bij fotoclubs  die ze in series vertoonden, zodat er een samenhang, een verhaal of thema ontstond.  Al dan niet ondersteund door bijpassende muziek: een diaporama , fraai overvloeiend van beeld naar beeld,  soms met titelbeelden of andere special effects.   Met speciale ( analoge ) apparatuur werd de aansturing van  beelden en  muziek synchroon gepulst ( = ? ) op cassettebandjes ( = ?) zodat een doorlopende film ontstond die vertoond kon worden op clubavonden of in kringen  van diafreaks.  Exit de rammelende dozen met dia-slee, de lichtbak voor  het sorteren ,  het simpele concept van een  hobby met  beelden van onge-evenaarde   kwaliteit.  En exit de diaporama-, diawerk – en presentatiegroepjes, inclusief hun cassettebandjes. De digitale “dia” via tv en  beamer hebben nu  het stadium van volwassen en kwalitatief  professionele presentatie op een groot scherm bereikt, de animatie-mogelijkheden zijn ongekend.  Maar wie een vervangend lampje nodig heeft voor zijn diaprojector  moet snel zijn. Ze zijn alleen nog te koop in 2e handswinkels,  op de Koningsmarkt of via vage Oost-Europese websites. Inclusief projector. Maar dan wel voor een spotprijsje. Dus: sla je slag !

Gio Buschman                          

Prixels van Gio Buschman: HOBBY

Hobby                           

Ik ben op een zondagmiddag op bezoek bij een collega: kopje koffie en wat mopperen  over de lange winter en ons werk. Op mijn vraag waar haar man is verschijnt  er een malicieus lachje op haar gezicht. “Kom maar eens mee naar boven”, zegt ze een beetje geheimzinnig. We gaan de trap op en op weg  naar de 2e verdieping hoor ik boven vage mannenstemmen, mompelen,  met lachen en uithalen van plezier.     Het lijkt op een hoorspel.   Dan doet mijn collega een deur open en roept:  ” Mogen we even komen kijken?”  Wat ik zie slaat mij met stomheid. De hele zolder wordt in beslag genomen door een gigantisch spooremplacement met rails, treinen, overwegen, huisjes , molens en boerderijtjes en knipperende lichtjes in een levensecht berglandschap  in miniformaat, en  alles in werking. De gordijnen zijn dicht..  Vanaf de zijkanten kijken mij in het schemerige licht  5 heren  aan met opgewonden gezichten, in truien en T-shirts. Ik herken ze direct: prof. dr. B. gerenommeerd hartchirurg en hoogleraar te U., Wouter B., landelijk bekend politicus,  Marius Z. geneesheer-directeur van het ziekenhuis waar ik werk,  Charles  S., journalist,  en Peter, de man van mijn collega.  De verrassing is wederzijds…..

Je hebt een hobby nodig, een plezierige en ontspannen bezigheid: om de zorgen van je af te zetten, bij te tanken. Het is een voorwaarde voor je gezondheid en fitheid, geestelijk en lichamelijk, je accu. Samen of met anderen., een spel, je keerzijde, je fantasiewereld, de kunstenaar of topsporter in jezelf. Zoekt de een het in een portie rugby, veldrijden of tuinieren, de ander neigt meer naar iets beschouwelijks en rust: fotograferen bijvoorbeeld. Wij noemen onszelf  “amateur”, maar daarmee doen we onze bezigheden tekort, denk  ik. De Vlaming spreekt van “liefhebber” en geeft daarmee beter aan waar het om gaat. Want heb je iets ( iemand ) lief, dan is er warmte, lef, bevlogenheid. En zoals dat vaker gaat in de liefde, ook voor zoiets als de fotografie: dan kun je meer dan je denkt, sta je open voor nieuwe ervaringen en proef je de  ware voldoening.  Dat wens ik je van harte toe voor 2016.

GIO

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Prixels, verhaaltjes van Gio Buschman

 

 

Gio Buschman

Gio is lid van Fotogroep De Gender  en schrijft korte verhaaltjes over de fotografie. De naam “prixels” is een samenvoeging van pixels en prikkel. De column die Gio voor zijn fotogroep schrijft is bedoeld om fotografen te prikkelen. Wij hopen dat de lezers er evenveel plezier aan hebben als zijn clubgenoten.                                               

 

Prixels 9

Korrel

 

De een kan er niet genoeg van krijgen, voor de ander is het een ramp: het ligt er maar aan waarover je het hebt. Het ene een onmisbaar, simpel en ruim voorradig materiaal voor onze toekomstige energievoorziening : silicium, zand. Fataal als je ‘m in je camera hebt: een ferme kras en je lens, sensor of mechaniek zijn naar de Chalemiezen. Een korreltje maar, alle reinigingsfoefjes  ten spijt. En die andere korrel natuurlijk: het veelvuldig becommentarieerd beeldelement in de discussie over wat wordt genoemd : de uitdrukkingskracht van de foto. Vanwege zijn – althans beoogde – meerwaarde ten behoeve van de sfeer. Met als resultaat: foto’s als schuurpapier, ruw als het leven zelf, foto’s die je kunt voelen, die krassen op je ogen en in je ziel. Beelden van een duistere wereld vol dreiging, kil en mistig als een novemberdag in Schotland, met Clannad aanzwellend op de achtergrond, goed voor kippenvel en verlangen naar warme soep en whisky bij een knapperend haardvuur .   Van heftige clips en reclame voor rookworst tot in de ware film – noir. Maar “korrel” is ook goed bruikbaar bij het vervagen van beelden tot abstractie, pure suggestie.   Foto’s die je op afstand moet bekijken, die pas dan het “juiste” beeld bij je oproepen. Zie pointillisten als een Pissaro, met hun Ministeck-achtige gepietepeuter op de vierkante centimeter , in vele kleuren, een palet van PhotoShop – avant – la – lettre. De kunstenaars van toen werden er hartelijk om uitgelachen en beschimpt als charlatans. Maar hun benadering was zeer origineel : een beeld bijna letterlijk opbouwen , stip voor stip. Zo fotograferen kunnen wij niet. Maar het omgekeerde is wellicht een bron van inspiratie: klik ‘m eens aan die filterknop en verras jezelf of anderen eens met variaties op “Korrel”. Alleen: gebruik het met mate, anders gebeurt hetzelfde als met schuurpapier bij veelvuldig en onoordeelkundig gebruik: je foto wordt te “gladjes”.                                                             Maar als je naar het strand gaat, neem dan ezel, kwasten en doeken mee voor een middagje ouderwets “fotograferen” ( = “schilderen met licht”). En laat je camera thuis, want : 1 korreltje en het is gebeurd…..

GIO

 

Prixels     8

Kleur

Van alle sensaties in ons gezichtvermogen is kleuren-onderscheid sterk overheersend. Kleur is stemming, emotie,  bepaalt  de beleving van wat we waarnemen. Je zult maar kleurenblind zijn: veel waarnemingen, inclusief bijbehorende interpretatie en gevoelswaarde, ontbreken. Alles heeft z’n kleur en veel kleuren worden bewust aangebracht om een signaal af te geven, een verbod of een gevoel op te wekken: in het verkeer, ons voedsel, onze kleding.   Ook in ons taal gebruiken wij de betekenis van kleur :  “je staat er gekleurd op”,  “een gekleurde mening ” , “een blauwtje lopen” etc.  Maar wat is de plaats van wit en zwart?  En hoe verhouden ze zich tot de andere ? Op een “witte” school zitten eigenlijk roze kinderen,  een “zwarte” buurt wordt bevolkt door mensen met een bruin gezicht. Je kunt “wit” of “zwart” werken en wie geen nuances toont in zijn of haar mening wordt beticht van “zwart – wit – denken”. Zwart en wit als uitersten, eigenlijk geen kleuren, maar in beeldtaal en -gebruik onmisbare elementen.  Hoe gekleurd zie je je omgeving of het object van je fotografische inspiratie of  belangstelling? Hoeveel  kleur heb je nodig om je geportretteerde “in te kleuren” : wit van schrik, rood van  schaamte, of  herkenbaar aan de kleuren van zijn voetbalclub ?   Wie denkt niet aan de Provence zonder een zweem van het paars van de lavendel en het geel van de dorre grond?  En beelden van meer noordelijke oorden en schemer vertonen alleen meer gedempte, herfstige  kleuren. Toch zijn die zwart-wit-kiekjes van voor Kodak en Cinemascope voldoende om onze herinneringen en beleving “in te kleuren”. Want wij maken gebruik  van een geraffineerd setje kleurenpotloden in onze hersenen. En filteren kleuren weg of voegen ze toe. Ook in zwart – wit. Om weg te laten wat we niet nodig hebben,  om alle aandacht te richten op andere elementen: contrast, lichtval, compositie, detail, en daarmee – indirect – de sfeer, emotie, beleving. Kleuren leiden af , maken ons meer en meer “kleurenblind” . Dus: zet ‘m uit die kleurenfunctie op je camera, ga bewust op zwart – wit en bekijk de wereld eens “ontkleurd”. En je ziet wat je eerst niet zag.    Ja, ook mannen weten het wel  : er zijn meer dan 50 tinten grijs..

GIO

 

Prixels  nr 7

Spiegeltje                                                 

” Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de mooiste van het land? ” Het is de bekende zin  uit Sneeuwwitje, zoals in de Nederlandse variatie van het bekende,  wat oubollige sprookje, levend gehouden in talloze kinderboeken, sprookjesfilms en in de Efteling. Het rijmt ook zo lekker dat iedere peuter het direct herkent en feilloos kan opdreunen   Maar een spiegeltje  is  voor een serieuze fotograaf – amateur en prof – een onmisbaar en geraffineerd stukje techniek in zijn of haar camera met de aanduiding “spiegelreflex”, geheimtaal voor: “het echte werk”. Zat de spiegel oorspronkelijk elegant onzichtbaar verborgen in camera’s die iets hadden van een doosje, nu verleent zij* al generaties lang de naar haar vernoemde  camera’s  haar omvang en rondingen, die behalve voor een betere “greep” nergens goed voor zijn. De techniek van het spiegeltje   is een beproefd  mechaniekje dat de fotograaf mogelijk maakt in een blik   het beeld te beoordelen en te   ontspannen . Met  een klik, dat unieke bijna erotische geluidje dat de fotograaf bij de  daad vergezelt:  het is gebeurd,  en het spiegeltje  herneemt haar positie,  opgevouwen  in haar donkere behuizing.  Maar haar dagen zijn geteld. Zij  wordt in toenemende mate  gezien als een sta    – in – de – weg. Haar omvang en  vormen zijn de ontwerpers van nu een doorn in het fotografisch oog. Sterker nog: na vele jaren trouwe dienst is zij sinds kort overbodig geworden, afgeschreven, nutteloos verklaard met haar ingewikkelde bewegingen.  De snelle fotograaf van nu kan makkelijk zonder. Weg met het spiegeltje ! In de zucht naar steeds platter  en lichter moet zij haar meerdere erkennen in de digitale camera die het licht direct binnen laat op de sensor, koud, gevoelloos, maar effectief.  Het spiegeltje is uit en komt niet meer terug. De camera’s  houden nog wel vaak  hun kenmerkende rondingen, maar dat is maar schijn, want  er is ruimte zat voor een simpel printplaatje dat alles kan.     Of is het een eerbetoon aan haar historische plekje in het hart van de camera?      Maar er is  iets merkwaardigs aan de hand. Hoor ze “klikken”, kunstmatig, digitaal, al die ragfijne, ultradunne cameraatjes en mobieltjes zonder spiegeltje: dat kenmerkende geluid, wat blikkerig en met een zwaar oosters accent, maar onmiskenbaar. We kunnen haar  eigenlijk niet missen.    Dus  iedere keer als we de ontspanner  indrukken is  ze is er toch heel even bij  met een goedkeurend : “klik”.

GIO                                                                                                           * hij/zij

 

Prixels 6

Vakantie

Bij de meesten van ons prijkt hij bovenaan op het vakantielijstje, ruimschoots boven de Kukident en zonnebrandcreme: de Camera. Met alles-d’r-op-en-d’r-aan: lenzen, batterijoplader, kabeltjes, statief.  Dat is geen vakantie-uitrusting, dat  lijkt meer een expeditie . Is dat niet een beetje tegenstrijdig ?   Je gaat toch op vakantie om eens lekker NIETS te doen? Hoe valt dat te rijmen? Fotograferen op vakantie: met “voorbedachten rade”,  een “plan van aanpak” ? Kan zo’n opdracht aan jezelf werkelijk ontspannend  zijn, het doel van iedere  vakantie?  Die druk om thuis te komen met een fraaie collectie beelden van de natuurverschijnselen of culturele uitspattingen van het gebied van je dromen ?  Zijn exotische bewoners, hun  ( altijd  “pittoreske”)  markten met hun bizarre  eetwaren en snuisterijen. Om het resultaat  te tonen in een fraaie AV-presentatie,  de digitale  vervanger van de gevreesde dia-avondjes ? Of laat je het maar gebeuren,  los uit de pols kieken, van de kinderen bij het zwembad tot die leuke buurvrouw van tent 57, ook bij het zwembad. Wat is kieken op vakantie meer dan kijken? Is wat je  hebt gevoeld en ervaren wat je terugziet op je scherm of prints? Wat laat je weg en wat wil je vastleggen om te kunnen delen met de thuisblijvers of de fotoclub,  dat bijzondere gevoel, die herinnering die je juist daar aan hebt? En wie kiekt de fotograaf zelf : camera op de buik, de lens naar voren gericht , tot schrik van de exotische bewoners . En als hij of zij in beeld komt als toerist/cameraman of – vrouw : ben ik dat in die malle bermuda en dat geinige petje, roodverbrand en in kennelijke staat…? Die foto’s nemen anderen weer mee naar huis om aan te tonen hoe “gezellig” het daar was, het oer- Hollandse criterium voor een geslaagde zomer. Je moet er soms niet aan denken…Wat doen we onszelf aan? De oplossing lijkt helder: laat hem thuis,  die kwetsbare, veeleisende dwingeland met zijn gevoeligheid voor  overvallers en vocht, en geniet op je gemakje.  Leg alles vast op je eigen levende harde schijf, waar het zich aanpast aan wat jij je WILT herinneren, volgens je eigen criteria. Of wil je perse vroeg op voor die onvergetelijke zonsopgang, dat duizelingwekkende uitzicht en die eeuwenoude kunstschatten?  Zo niet, doe dan zoals mijn moeder: koop op elke toeristische plek de mooiste ansichtkaarten, en dan : thuis op de bank op een grauwe winterse dag: inplakken en genieten maar !

GIO

 

 

Prixels 5 

Waarde

Het zal je maar gebeuren. Lig je  al een eeuw op het dorpskerkhofje van Auvers  – sur  –  Oise ( F ) na een armoedig en arbeidzaam leven, wordt 400 km naar het Noorden een dorp nabij , godbetert,   Eindhoven naar je vernoemd*. Er komen honderdduizenden naar je werk kijken en een handvol rijke stinkers biedt  er miljoenen voor .  Want dat is wat de heer V. van Gogh gebeurde: hij beurde niet. Beelden vervaardigen ( met verf en kwast ) was toen een levenswijze, gekenmerkt door drank, getob met relaties en afwachten of je werk iets opleverde.   Nee, dan hebben wij het een stuk gemakkelijker: een druk op de ontspanner volstaat  en  verdere  bewerking tot een fraaie print is te doen, ook voor amateurs. Vervolgens kun je je producten in een map stoppen of thuis boven de bank hangen, voor jezelf of voor kennissen die komen kijken, hoop je.    Of: mee naar de fotoclub. Want je wilt toch graag,  ja wat wil je ?  Waardering ? Het applausje van een handjevol ouderen voor je dia-presentatie in het bejaardenhuis ?  Of geld ? En hoeveel dan? Wat is je werk je waard, letterlijk en figuurlijk ? Wat mag of moet het opbrengen op een regenachtige zondag op de kunstmarkt in Boekel?  En doe je mee aan wedstrijden enkel en alleen omdat die je een aantrekkelijke prijs in het vooruitzicht stellen?   Als ruilmiddel, voor iets dat je graag hebt zonder dat er geld aan te pas komt?   Een fraaie print in ruil voor bijvoorbeeld een “goed gesprek” ?   Of van een ontspanningsmassage?     Onze maatschappij is van geld vergeven en voor geld is ( bijna ) alles te koop. Maar    ( wat de PvdA zichzelf onlangs weer eens afvroeg) : wat is van waarde?  Schoonheid, dus onbetaalbaar als je niet veel geld hebt ? Als kunst zo wezenlijke van waarde is mag het dan wel te koop worden aangeboden ? En wat bepaalt dan de prijs ? Diverse revoluties wisten er wel raad mee: verheffing van het volk was het enige dat  “telde”.    Maar ook de aanvankelijk bevlogen leiders daarvan waren uiteindelijk niet vies van geld. Voor kunst bijvoorbeeld…  Blijft een optie open: het gevoel bepaalt de prijs. Of: het is maar wat de gek ervoor geeft of het nu schilderijen of foto’s zijn.  Dus : sla je slag, voor  het te laat is!

Gio Buschman

* Nuenen : door het VVV uitgeroepen tot  “van Gogh-village”. Of all places…..

 

Wil je reageren op dit verhaal? Mail dan direct naar Giobuschman@hotmail.com

 

Prixels  nr  4                          Expositie

 

Wij kunnen niet zonder, wij willen exposeren, exposeren moet, al is het maar eens per jaar.   In het jaarprogramma heeft het een prominente  plaats . Nu is het zover. Maanden vooraf zijn  discussies gevoerd over wat wel en niet “kan” . Het draaiboek is tot in details geactualiseerd, mailing naar collega-clubs   de deur uit, een affiche  ontworpen en gedrukt., het buurthuis  afgehuurd, de bar geregeld, materialen  aangesleept en  taken verdeeld als betreft het een militaire oefening. De prints voorzien van een doordacht  passepartout, nog een maal proefdraaien van de AV-presentatie,  de   inrichting en belichting getest.  Na een gezellig samenzijn met familie en een woordje van de voorzitter   kan de deur open en het publiek naar binnen. En dan begint het. Dit is waar je voor staat : abstract of herkenbaar, kleur of zwart-wit, vervreemdend of realistisch,  gewoon “mooi” of confronterend, een beetje als jezelf…  Laat ze maar komen:  je buren en familie, kollega’s en vrienden,  concurrenten en  bewonderaars, bobo’s en de krant, het Grote Publiek.  Vaag knaagt expositiegevoel : voor wie doe ik dit eigenlijk ?  Wil ik de bezoekers teasen of is dit toch  wel degelijk : kunst ?

Ik fiets 2 weken daarvoor met een fietstas vol affiches  langs  buurthuizen,  winkel- en gezondheidscentra. Komt het zien, zegt het affiche in kleurige letters ,  wij zullen u – zeer ge-eerd publiek – eens een fotografisch poepje laten ruiken!        Zo stap ik op een middag met mijn affiches de grote  zaal binnen van een buurthuis waar zo’n 20 ouderen stil zit te kaarten,  te breien en te kletsen aan de  tafeltjes. Alle ogen richten zich op mij. Achter de bar staat een dame van rond de 40, hoogblond opgestoken haar,  veel goud- en zilverwerk aan oren, pols en vingers, roze  legging die te heet gewassen is.  Haar rechter hand houdt  de tap  teder omklemd,  aan de bar zitten twee mannen aan het bier.      De dame hoort mijn betoog beleefd aan, neemt het affiche belangstellend in ogenschouw en verdwijnt ermee naar een ruimte achter de bar. Een van de twee mannen richt zich tot mij. “Waar gaat dat over ?”  lalt hij.  Ik  denk even over mijn antwoord. ” Wij houden een expositie”, zeg ik,  “Mooie foto’s, zeg maar : kunst ! “.

De man staart  voor zich uit, veegt het schuim van zijn bovenlip   en roept dan met een breed gebaar naar de zaal:   “Dan ben-de hier aan het goeie adres ,       dit is allemaal kunst wa ge hier ziet :  kunst-gebitte,  kunst-heupe , kunst-knie-e”  Hij schatert het uit en neemt nog een slok van zijn bier…

GIO

Wil je reageren op dit verhaal? Gio zit reacties graag tegemoet via giobuschman@hotmail.com

Prixels nr 3
Kwaliteit
De digitalisering van de informatie zal de geschiedenis in gaan als een van de grootste vindingen van de mens. De gevolgen zijn zichtbaar en onomkeerbaar op vrijwel alle terreinen van het leven: productie en consumptie, logistiek en handel , kunst en cultuur, onderwijs en wetenschap . Massa-informatie voor massa-processen: steeds kleiner, steeds sneller. Ook voor de fotografie zijn de veranderingen ongekend : een stortvloed van digitale toepassingen in de vorm van opname-, verwerkings- en beeldvormende software en apparatuur heeft de technieken op basis van mechanica en chemische processen vervangen. Het knappe rekenwerk van dat vrijwel onzichtbare Japannertje diep in elke camera, computer en randapparatuur doet wat 10 jaar geleden ondenkbaar of onuitvoerbaar was. Razend snel, met een ongekende hoeveelheid en mix van variabelen, beelden mogelijk maken die iedere voorstelling tarten. En dat van ongekend hoge kwaliteit. En daarmee is – na de toepassingen bij o.a. de geneeskunde en atoomfysica – ook de fotografie in ruime zin het speelveld geworden van de “gewone” creatieve mens: de Homo Kiekens. Ontdaan van iedere zweem van professionaliteit en niet langer voorbehouden aan een kleine groep deskundigen, met hun exclusieve apparatuur, beroepscodes en -cultuur, beroepshalve of als kunstenaar. Je ziet ze overal waar wat te zien is en vaak ook niets: de quasi-professional in de kenmerkende pose. Half door de knie-en gezakt, armen en handen gestrekt naar voren met daartussen een flinterdun apparaatje ter grootte van nog geen pakje sigaretten , de ogen op steeltjes turend naar het schermpje. Een chimpansee kan het : druk op dat knopje en: het moment is verheven tot Kunst, onvervangbaar, uniek, of in ieder geval basismateriaal voor een potje “ fotosjoppen ”. De foto als getuige, als de Werkelijkheid, de Feiten of nog erger: de Waarheid. En de maker ter plekke boven zichzelf uitgestegen tot Kunstenaar, het hoogst bereikbare. De resultaten, inclusief aperte missers, boven iedere discussie verheven, op basis van criteria uit de losse pols, want: MOOI, omdat ik dat vind….. Wie durft nog rond te sjouwen met een ouderwets ogende mechanische camera? En pas de ontspanner in te drukken na diep nadenken over alle factoren die meetellen: het juiste ( foto-) moment, het resultaat dat hij/zij in gedachten heeft , de mogelijkheden en beperkingen van zijn apparaat en van : zichzelf ? Hoon is zijn ( haar ) deel. Of toch niet? Mens, durft te kieken.
GIO

 

Wil je reageren op dit verhaal? Gio zit reacties graag tegemoet via giobuschman@hotmail.com

Prixels   2

                                                       Model

 

Wij tellen in onze club relatief weinig leden die vaak en expliciet mensen fotograferen, laat staan ( liggen ) blote mensen.
Dat is waarschijnlijk toch een beetje  “dichtbij” en de suggestie van oh-la-la.
Toegegeven, ook ik neem onze slaapkamerkiekjes  liever niet mee naar de club en ook ik denk niet , wanneer ik voor de spiegel  sta :  zo moet de Schepper het ooit bedoeld hebben….
Ja,  wie voelt zich gewoon op z’n gemak met een camera op zich gericht?
Of  voor de alleenstaanden en  – liggenden : in een ongemakkelijk pas-de-deux met statief en zelfontspanner?
Want het beschikken (zelf of van een geliefde of model ) over niet alleen edele, maar ook fraaie delen is nog iets anders dan ze ook laten zien op de forumavonden.
Hoe dan toch de / het  mens in beeld te zetten zonder dat het een peepshow wordt ?  Moet het wel  “mooi” zijn en wat is dat dan?
Toegegeven: wie een glad en soepel lijf heeft, kan daarmee moeiteloos scoren in onze op perfectie gerichte beeld van de mens.
Ben je gezegend  met de juiste maten dan ben je blijkbaar het fotograferen waard.
Hevig kippenvel, tekenen van ouderdom  of een huidaandoening, ook al heeft die een fraaie Latijns naam, zijn naar onze maatstaven  niet “esthetisch” . En strijklicht  op ietsje te forse welvingen, overdadig haar en rimpels niet “strak”.
Maar is dat de enige norm? Heeft ook “oud” en “niet-volmaakt” niet zo z’n eigen charme? De sporen die het leven en een mix van genen op of in het lijf heeft aangebracht?
Waarom wel een oude veerpont of kerktoren kieken  maar niet je oude (schoon)vader of – moeder? Is dit soort fotografie, mits respectvol in beeld gebracht, juist niet door de suggestie en een knipoog naar het perfecte, een beetje aandoenlijk, met een eigen uitstraling en misschien zelfs een beetje spannend?
Van lachrimpels tot jubeltenen en van flaporen tot wipneus.
Dus vooruit : op de eerstvolgende zomerse dag naar de hei! Voor een 1-2-tje met je favoriete clublid of een dejeuner-sur-l’herbe met opa en oma, buurman en -vrouw, de melkboer, je nicht (hoogzwanger) en meneer pastoor (idem) en vage maar vooral spontane kennissen, luchtig gekleed en met wat sterks voor de stemming.
En laat ‘m snorren die camera. Of zit ware schoonheid alleen van binnen ?     Nou dan.

GIO

Gio Buschman stelt het op prijs als er gereageerd wordt op zijn prixels. Het emailadres is Giobuschman@hotmail.com
Prixels 1

Praten

Iedereen kent het tafereel en de voor de hand liggende reactie wanneer je kind    ( buurvrouw, kennis ) in tranen voor de deur staat: “Wil je er over praten?”

En dan  zet je koffie, leg je je arm om hem/haar heen en komt alles eruit: het financiele probleem, de verbroken relatie, de fatale diagnose.  Want praten: dat lucht op,  gedeelde smart etc. Geef het woorden en je roerselen,  vergezichten en twijfels krijgen vleugels. Praten is zilver, of toch:  goud?  Want we praten wat af, ook in de fotografie. We analyseren en reflecteren dat het een aard heeft en rusten niet voordat alles gezegd, geformuleerd, besproken is. Want alles moet “bespreekbaar”  : wat zie je ?   wat denk je ? wat voel je ?   Natuurlijk,  de maker wil “feedback” op zijn of haar werk  en je bent niet te beroerd om  het de aandacht te geven die het verdient.  Maar het voelt soms ook als vroeger op school wanneer je een “beurt” kreeg van die gevreesde  leraar Frans. En je klasgenoten in schaterlachen uitbarstten om je  kennelijk verkeerde en ook nog lachwekkende vertaling.  Nu zit je in een halfdonker zaaltje en  het te bespreken kunstwerk verschijnt op het bord. De forumleider – van – dienst kijkt speurend  rond, je schuift een beetje weg achter je kollega voor je, maar te laat:   hij roept je naam. Oeps. Je tuurt naar die “moeilijke” foto, kucht eens een keer en zoekt naar de juiste woorden, stiekem hopend dat die ene kollega die het altijd zo veel  mooier  kan zeggen,  het van je overneemt. Over de lichtval, het kleurgebruik, de compositie,  de boodschap, en  o ja, natuurlijk : je gevoelens. …

Het bespreken van foto’s is een kunst op zich geworden, waarin je je kunt bekwamen,  en zelfs een graad van jaloersmakende perfectie behalen.               En zo praten we wat af, op tv, op Facebook, in blogs en e-mails,  in nota’s en diskussiestukken,  op de markt  en voor de webcam.  Praten, praten, praten.    Tot het ( nog ) duidelijker is:   het probleem, het doel, de factoren die een rol spelen, de  diagnose, het plan van aanpak, de uitvoering, het resultaat en natuurlijk:   de evaluatie.     Maar moet  dit ook bij zoiets als fotografie ?     Want soms zie ik iets en val ik stil, dan kan ik geen woorden vinden.

En dan – wanneer het stil is in jezelf – hoor je wat je echt raakt en ontroert, sprakeloos maakt.   En kunt delen.   Zonder woorden.

GIO